1617 projecten 1 proefjes | freinetbrasschaat

Proefjes voor jonge kinderen

Proefje 1: de truc met de pinguïn

Dit heb je nodig:

een glas
wasco
een blad
en voor de zekerheid een handdoek

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 10 minuten en je bent klaar.

Hoe doe je het:

Je begint met het blad daarop teken je een pinguïn of een eend met wasco. Daarna neem je water. Giet een klein beetje water op de pinguïn of eend. Vergeet niet voor de zekerheid de handdoek eronder te leggen.

Hoe komt het:

In wasco zit wax. Dit heeft een dik laagje en door dat laagje kan geen water. Pinguins maken dat ook dat laagje en smeren het bij zichzelf op en zo blijven ze droog in het koude water.

Proefje 2 : bel in bel blazen

Wat heb je nodig:

bord
beker
lepel
rietjes

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 15 minuten en je bent klaar.

Hoe doe je het:

Je maakt het bord nat met zeep en dopt het rietje in het bekertje met zeep en water. Dan zet je het natte rietje op het bord en je blaast door het rietje. Zo zie je dat het een bel wordt. Je haalt het rietje eruit en doet het nog eens maar dan specifiek in de bel dat je net hebt geblazen. Zo kun je bel in bel blazen.

Hoe komt het:

Doordat je rietje nat is maakt het de eerste bel niet kapot, en kun je er nog een bel in blazen.

Proefje 3: Hoe maak je een kompas?

Wat heb je nodig:

een naald
een glas
een magneet
en water

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 3 minuten.

Hoe doe je het:

Eerst neem je een glas en vult het met water. Dan neem je een naald en je wrijft daarmee over een magneet. Daarna leg je een stukje kurk op het water met daarop de naald. Nu zou de naald normaal gezien naar het noorden wijzen.

Hoe komt het:

Door magnetisme wordt de naald aangetrokken naar het noorden.

Proefje 4: Aantrekkelijk blikje

Wat heb je nodig:

ballon
leeg blikje
droog haar
gladde tafel

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 10 minuten.

Hoe doe je het:

Blaas de ballon op en knoop hem dicht. Leg het blikje op de tafel.

Wrijf met de ballon over je haar en daarna leg je de ballon naast het blikje op tafel. Wat denk je dat er gebeurt?

Hoe komt het:

Door het wrijven met de ballon over haar wordt de ballon statisch geladen. De statisch geladen ballon trekt het blikje aan door deze aantrekking rolt het blikje over de tafel.

Proefje 5: Slijm maken

Wat heb je nodig:

lijm
scheerschuim
wasmiddel
en potje om het te bewaren
een pot om alles te maken
een vork

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 10 minuten.

Hoe doe je het:

Je doet 4 eetlepels lijm in de kom en je kan er kleurstof bij doen als je wil maar dat moet niet. Je doet er daarna 1 lepel wasmiddel bij en 1 grote eetlepel scheerschuim. Roer alles door elkaar en dan krijg je slijm. Als het aan je vingers blijft plakken dan moet je er nog een klein beetje lijm bij doen en dan weer roeren tot je slijm krijgt.

Hoe komt het:

In lijm zit een speciaal product (pva) en als je er wasmiddel bij doet gaat het verharden tot slijm want in wasmiddel zit ook een product (zeep) en als je de twee producten samen doet dan krijg je slijm.

Proefje 6: speed bootje

Wat heb je nodig:

een bakje water
wattenstaafjes
wasmiddel
kartonnen bootje

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 5 minuten.

Hoe doe je het:

Je knipt een kartonnen bootje uit. Dan neem je een wattenstaafje en je doet er wasmiddel op. Dan leg je het kartonnen bootje op het water en je tik er met het wattenstaafje tegen.

Hoe komt het:

Wasmiddel stoot water af en daarom gaat het bootje vooruit.

Proefje 7: schuim

Wat heb je nodig:

bakpoeder
azijn
1 ei
theelepel
soeplepel
kom
2 bekertjes

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 5 tot de 10 minuten.

Hoe doe je het:

Splits het eiwit en eigeel. Voeg bij het eiwit 1 soeplepel bakpoeder en een theelepel water. Mix goed. Doe 2 soeplepels van het mengsel in een bekertje en voeg 1 soeplepel azijn toe. Wacht tot het stopt met schuimen en daarna nog 10 seconden. Draai het om boven een kom en dan als je het goed hebt gedaan blijft het in het bekertje zitten.

Hoe komt het:

Door azijn en bakpoeder ontstaat er koolstofgas en het ei maakt het schuim.

Proefje 8: karton dat droog blijft

Wat heb je nodig:

een klein stukje karton
een klein kommetje
een groot kommetje
water
lijm

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 5 minuten.

Hoe doe je het:

Je neemt een klein stukje karton. Het karton moet in het kleine potje gelijmd worden aan de onderkant en dan moet je in de grote pot water doen en dan het zet je het kleine potje in de grote pot met water en dan zie je zelf wat er gebeurt.

Hoe komt het:

Er komt lucht mee in het kleine potje en daarom blijft het karton droog.

Proefje 9: vulkaan

Wat heb je nodig:

voedingskleurstof
azijn
natte aarde
bakpoeder
een bak
een lepel
potjes

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 5 minuten

Hoe doe je het:

Je neemt de bak je doet er de natte aarde bij je moet tussen de aarde gaatjes maken en daar potjes in steken in de potjes doe je azijn en kleurstof in de potjes en dan bakpoeder erbij. Dan gebeurt er een kleine vulkaanuitbarsting.

Hoe komt het:

Omdat er stoffen zitten in de azijn en bakpoeder en dan gaan die op elkaar reageren en begint het te schuimen.

Proefje 10: zand dat niet nat wordt

Wat heb je nodig:

water
een glas
lepel
zand
water afstotende spray (gebruik je ook voor schoenen)

Hoelang duurt het:

Het duurt ongeveer 3-5 dagen.

Hoe doe je het:

Je schept zand uit de zandbak en droogt het in de oven (180°) tot dat het heel fijn zand is. Zeef al de stukjes vuil eruit en legt het zand open. Spuit het zand in met waterafstotende spray en laat het minstens 24 uur drogen. Als het zand droog is kan je het weer inspuiten en laat je het weer 24 uur drogen. Je spuit het nog eens in en laat het drogen. Je moet nu het zand is proberen. Doe het zand in een glas water en haal het er terug uit. Als het droog blijft is het goed anders moet je het laten drogen en terug inspuiten. Zo ga je verder tot het werkt.

Hoe komt het:

Het komt omdat waterdichte spray het zand waterdicht maakt en daardoor blijft het zand droog.